1. Lees liever elke dag samen 10 minuutjes, dan één maal per week een uur.
2. De stukjes die jij als ouder leest, lees je op een normaal tempo voor. Je kind hoeft deze
stukjes niet bij te wijzen.
3. Laat je kind het boek kiezen dat jullie samen willen lezen. Dit zorgt er niet alleen voor dat het
boek gekozen wordt dat de interesse heeft van je kind, maar zorgt er ook voor dat je kind niet
het gevoel krijgt dat het ‘van jou’ moet lezen.
4. Bekijk vooraf het omslag en de titel en ga samen fantaseren waar dit boek over zou gaan.
Zo kun je ook halverwege even stoppen en voorspellen hoe het verhaal gaat aflopen. Beide
activiteiten zorgen ervoor dat je kind actief betrokken wordt bij de inhoud van het verhaal
5. Kies geen boek dat te moeilijk is voor je kind! Niets is zo demotiverend om telkens te merken
dat het lezen niet lukt.
6. Heeft je kind moeite met een woord of een zin? Geef het de tijd om het stukje zelf te lezen. Is
het echt te moeilijk dan kun je natuurlijk het moeilijke woord even voorzeggen. Een volgend
keer dat dit woord weer voorkomt zal je kind het snel herkennen.
7. Maakt je kind een fout, wacht dan even met verbeteren. Meestal hoort je kind een stukje later
in de zin dat het een fout gemaakt heeft en verbetert het zichzelf. Zo niet, dan kun je aan het
eind van de zin samen nog even terugkijken.
8. Geef je kind complimenten!
9. Geef je kind nog meer complimenten
10. Wordt niet ongeduldig of geïrriteerd als het lezen niet zo goed gaat. Het is bijzonder
demotiverend om te horen dat het niet goed gaat. Geef je kind liever complimentjes op die
momenten die wel goed gaan!